Op zondag 20 oktober genoten een 40-tal natuurliefhebbers van een door De Vlierbes georganiseerde geleide wandeling in het natuurdomein Eksterheide, onder leiding van boswachter Luc Van Assche van het Agentschap Natuur en Bos.
De voorbije jaren onderging dit bekende domein een grondige gedaanteverandering (zie ook ledentijdschrift 168 van maart 2022). De wandelaars konden met eigen ogen vaststellen hoe ingrijpend dit bekende natuurdomein de voorbije jaren veranderd is. Gelijkaardige ingrijpende herinrichtingswerken zijn momenteel aan de gang op de Blakheide, eveneens met de bedoeling om dit gebied nog fraaier en gevarieerder te maken.
De Blakheide is een prachtig natuurgebied in Beerse op de grens met Rijkevorsel en ligt in een Europees beschermingsgebied, een zogenaamd Natura 2000-gebied, waarbij heideherstel één van de belangrijkste doelen is. Aan de grote kleiput staat een vogelkijkwand, zodat je watervogels kan spotten zonder ze op te schrikken. Aan die vogelkijkwand is ooit geel zand gewonnen, waardoor een lager gelegen stuk heide is ontstaan. De opstaande wand geeft een duidelijk beeld van het bodemtype ‘podzol’, een schrale, grijze dekzandgrond bovenop het gele zand. Het bos in de nabijheid van de oevers bestaat voornamelijk uitloofbomen (berk, eik,…).
Heide in plaats van bomen
De afgelopen jaren zijn er heel wat werken gebeurd in dit natuurdomein. Tijdens de werken werd een aantal grotere open plekken gecreëerd, waarvan enkele spontaan mogen evolueren naar bos met inheemse boomsoorten, zoals berk en zomereik. Op vijf locaties ruimt het voormalige bos plaats voor heide. In het begin van 2023 werd er hout geoogst op dit domein, waarbij er een eindkap werd uitgevoerd voor de bestanden met Japanse lork. Die kapvlaktes – in totaal gaat het om een oppervlakte van 3,6 hectare – worden momenteel ingericht als heideterrein. De boomstronken worden uitgefreesd en het achtergebleven kroonhout wordt opgeruimd. Enkele grotere boomstammen blijven liggen als dood hout. Ze kunnen langzaam worden opgeruimd door allerlei soorten zwammen en insecten, zoals boktorren, die op hun beurt voedsel vormen voor spechten en andere vogels. Hagedissen en nachtzwaluwen gebruiken ze ook graag als schuil- en rustplaats.
De bedoeling is om deze terreinen te omrasteren met ursusdraad, om ze net als de al bestaande heideveldjes te laten begrazen door heideschapen. Die helpen om de verbossing, vooral met jonge berken, tegen te gaan en vormen de voormalige bosbodem geleidelijk aan om tot een gevarieerde heidevegetatie, met naast struikheide ook grassen en kruiden. Om het heideherstel op de recent ontboste terreinen nog wat te versnellen, wordt een deel van de voormalige bosbodem geplagd. Dit betekent dat de organische bosbodem wordt weggeschraapt tot op het onderliggende minerale zand. Zo kunnen de heidezaadjes in de bodem, die de zogenaamde heidebank vormen, kiemen en vormt zich snel een heidevegetatie. Dat plaggen gebeurt in visgraatmotief, zodat een mooi vegetatiepatroon in de heide ontstaat.
Tijdens heel dit proces moeten natuurlijk heel wat machines worden ingezet. Die kunnen tijdelijk voor enige lawaaioverlast zorgen en als hinderlijk worden ervaren, maar de uitvoerders van de werken proberen de overlast alleszins tot een minimum te beperken. Uiteindelijk zullen deze werken voor een biodiverser en aantrekkelijker landschap zorgen, wat de wandelaars alleen maar meer kan verblijden.
Wie nog meer informatie wil over deze natuurwerken of met vragen zit, kan altijd contact opnemen met de verantwoordelijke boswachter van het Vlaams Agentschap Natuur en Bos, Luc Van Assche, op het nummer 0477 42 91 54 of via e-mail: luc.vanassche@vlaanderen.be.